Vandaag bezocht ik de vakbeurs Energie in Den Bosch. Qua omvang en levendigheid beduidend groter dan de beurs “Electronics & Applications” die ik twee weken eerder in Utrecht bezocht. Het is duidelijk in welke richting het Elektro-vakgebied in Nederland zich aan het ontwikkelen is; naast high-tech is nu ook high-power een speerpunttechnologie, de energietransitie is realiteit. De vakbeurs Energie illustreert ook dat we inmiddels aan het verschuiven zijn van de ‘innovator’ fase naar de ‘early-adopter’ fase.
Netcongestie is en blijft voorlopig nog wel een grote uitdaging, zeker ook in ZO-brabant (mijn woon- en werkomgeving). Dat beperkt de economische groeimogelijkheden daar enorm, ook voor het MKB. Tel daarbij op dat ook het moment waarop we CO2 neutraal moeten zijn erg snel op ons afkomt. En dus dat bijvoorbeeld het elektrificeren van het (bedrijfs)autopark plus het vervangen van gasverwarming door warmtepompen een forse extra belasting betekent op het toch al overvolle elektriciteitsnet.
Dat vraagt om creatieve en slimme oplossingen voor de beheersing van net schaarste. Twee significante bottlenecks die de hoge belasting op het elektriciteitsnet veroorzaken zijn:
- elektriciteit wordt meestal niet opgewekt op de plek waar die gebruikt wordt (geolocatie-discrepantie)
- elektriciteit wordt lang niet altijd opgewekt op het moment dat die daadwerkelijk nodig is (synchronisatie-discrepantie)
Daardoor wordt uitbreiding van bedrijventerreinen of de aanleg van zonneparken steeds lastiger; een nieuwe netaansluiting wordt door de netcongestie niet meer toegestaan of in elk geval wordt de wachttijd erop steeds langer. En dat terwijl er in de praktijk misschien toch nog best wel wat speelruimte is … Energie vooral gebruiken waar en wanneer die geproduceerd wordt.
Energiecontracten worden meestal afgesloten op basis van “gecontracteerd vermogen”. Dat is het maximale vermogen dat je op enig moment van de dag mag verbruiken. Daarboven springen bij wijze van spreken de zekeringen. Netcongestie ontstaat als het totale gecontracteerde vermogen van alle gebruikers op een kabel of (onder)station boven een maximum dreigt uit te komen. Maar da’s een (te) theoretische benadering. Want in de praktijk zitten de meeste gebruikers qua verbruik (ver) onder dat maximum. Ook is het daadwerkelijke energieverbruik niet constant over de dag, dat gaat met pieken en dalen.
Door goede onderlinge afspraken tussen verschillende gebruikers die aangesloten zijn op “dezelfde kabel” zou je slimmer gebruik kunnen maken van de beschikbare capaciteit. Zolang het totaal van alle gebruikers op enig moment maar niet boven het toegestane totale maximum uitkomt. Zo’n collectief van gebruikers kan dan besluiten om samen te gaan werken in een zgn. energiehub. Netwerkbeheerders als Enexis zijn op dit moment druk bezig om de netcongestie te beheersen en energiecontracten voor dergelijke ‘energiehubs’ ook wettelijk mogelijk te maken.
Vaak gaat de samenwerking binnen zo’n energiehub overigens verder dan alleen het slim verdelen van het beschikbare elektrisch vermogen. Denk ook aan het collectief opwekken van energie door PV panelen te plaatsen op de bedrijfsdaken, het plaatsen van mega batterijen om pieken te dempen en dalen te vullen, of het slim hergebruik van restwarmte dat door de een geproduceerd wordt en door een ander geconsumeerd.
Een ander voorbeeld is het laden van elektrische auto’s. Dat gebeurt nu veelal thuis in de avonduren of in de weekends. Maar dan leveren de zonnepanelen op het eigen dak geen elektriciteit. En overdag staan veel auto’s op het werk. Zou het een leuk idee zijn dat die auto’s beter op het werk opgeladen kunnen worden. Door industrieterreinen ruim te voorzien de parkeerplaatsen met een PV-dak zouden veel auto’s overdag met lokaal opgewekte energie opgeladen kunnen worden. Dat zou in de woonwijken de piek in de elektriciteitsbehoefte tussen 18:00 en 22:00 enorm verminderen. Daardoor wordt de verzwaring van het elektriciteitsnet aldaar ook minder urgent dan nu… zomaar een gedachte.