AI en exponentiële groei

Exponentiële groei, die term hoor je tegenwoordig steeds vaker, maar wat is het, wat heb je er aan, en waar gaat het naar toe?

Wiskundig gezien is exponentiële groei te beschrijven als “nieuw = oud * groeifactor” (in tegenstelling tot lineaire groei; “nieuw = oud + groeifactor”). Bekend voorbeeld is de rente op je spaargeld of schuld. In het begin merk je er niet zoveel van maar mits de groeifactor groter dan 1 is neemt de waarde van je spaargeld of schuld steeds harder toe naarmate de tijd verstrijkt.

Ook de toename van de wereldbevolking verloopt normaliter exponentieel; van 1 miljard wereldburgers in 1800 naar 10 miljard in 2050. De 1-kinds-politiek en later de 2-kinds politiek in China is een poging om de exponentiële groei te temperen. SpaceX is Elon Musk’s manier om op de snelle groei van de wereldbevolking te anticiperen door hubs te willen stichten op andere planeten.

In de techniek kennen we Moore’s Law. In 1965 voorspelde Intel oprichter Gordon Moore dat het aantal transistoren per mm2 elke twee jaar zou verdubbelen. De ASML technologie draagt er sterk aan bij dat die voorspelling tot nu toe ook daadwerkelijk lijkt uit te komen. Van de 8086 processor (IBM-XT PC) met 50.000 transistoren in 1980 tot de i7 quad-core processor (laptops) met 1.000.000.000 transistoren in 2010, tot …

Maar ook het tempo waarmee de groeifactor versnelt lijkt exponentieel te verlopen, althans in de techniek. Bouwkunde deed er zo’n 4000 jaar over om van piramides te komen tot wolkenkrabbers. Weg- en waterbouw heeft er 2000 jaar over gedaan om van Romeinse wegen en aquaducten te komen tot ondergrondse transporttunnels. De kerk hield verdere technologieontwikkelingen lange tijd tegen maar tijdens de renaissance ontstond een nieuwe innovatiegolf. De opto-fysica deed er vervolgens 400 jaar over om van microscoop te komen tot Hubble telescoop, werktuigbouwkunde 300 jaar om van stoommachine te komen tot nano-robots, elektrotechniek 200 jaar om van gloeilamp te komen tot zonnecel en computerwetenschap 50 jaar om te komen van rekenmachine tot het WWW.

Het zijn met name de cross-overs tussen al deze technologieën die resulteerden in onvoorstelbare technologische hoogstandjes. Denk aan lucht- en ruimtevaart, geavanceerde medische apparatuur, mobiele telefonie, het IoT, etc. Al deze ontwikkelingen hebben gezorgd voor grote omwentelingen, geen evoluties maar revoluties. Vaak met grote maatschappelijke gevolgen, en met name telkens in steeds kortere tijd.

Een nieuwe revolutie lijkt aanstaande; de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI). Het begon in 1985 met de schaakcomputer (deep blue) maar inmiddels zijn zelfrijdende auto’s de bekendste verschijningsvorm. AI staat nu nog in de kinderschoenen maar groeit exponentieel. IBM’s Watson heeft de ambitie en deels ook de reputatie om betere diagnoses te stellen dan gerenommeerde medische experts. De voorspellingen lopen uiteen, maar het punt dat AI de menselijke intelligentie voorbij streeft (singulariteit) wordt naar verwachting omstreeks 2050 bereikt.

Tijd om na te denken hoe we als mensheid hiermee willen omgaan. Langs de technologische as gebeurt dit al wel; Eindhoven heeft sinds kort een dependance van de Singularity University waar ondernemers en managers relevante opleidingen kunnen volgen. Maar ook over de sociale as wordt het tijd; hoe zien we onze maatschappij in de nabije toekomst met AI? Wie domineert hier; de mens of AI? Er ligt m.i. een belangrijke rol voor storytellers om hier sturing en vorm aan te geven. In 1800 was het Jules Verne en in de jaren 80 was het de serie Startrek die ons een blik in de toekomst gunde. Veel van wat toen ondenkbaar leek is inmiddels werkelijkheid. Films als “the final cut” (2004), “her” (2013), “automata” (2014), “ex-machina” (2015) geven ook ons een blik in de toekomst. Maar het mag wat mij betreft meer en vaker. Want science fiction = social engineering. Facebook heeft haar AI experiment onlangs (2017) noodgedwongen afgebroken. Ik ben erg benieuwd hoe de toekomst er uit gaat zien. U ook?